over 700 bootvluchtelingen

Toen ik een klein meisje was, wilde ik de volgende Kofi Annan worden. Of kinderpsycholoog. Ik werd geen van beide. Als kinderpsycholoog ben ik niet geschikt en bij de VN zou ik nooit aarden. Kofi Annan werd opgevolgd door Ban Ki-Moon, en ik leerde dat er op dergelijke hoge niveaus grote politieke en persoonlijke offers worden gebracht en compromissen moeten worden gesloten. Ik geloof niet dat ik mezelf nog recht in de ogen zou kunnen kijken als ik met mensen zou moeten schuiven als ware het pionnen in een groot spel.

Ik wil geen rol op het politieke toneel, omdat ik dan zou moeten kiezen. Ik zou misschien moeten kiezen voor het welzijn van de ene groep mensen, maar ten nadele van een andere groep mensen. Mark Rutte gaat vandaag naar Brussel om de rol van Europa bij de aanpak van de grote stroom bootvluchtelingen te bespreken. Ik ben blij dat ik er niet bij zit, want wat zou ik moeten zeggen?

We gooien de poorten wijd open, wij helpen jullie, kom maar hier? Nee, dat zou ik niet kunnen zeggen, want de stroom vluchtelingen is zo groot, dat er niet voldoende ruimte en middelen zouden zijn om voor iedereen te zorgen. Dat is de praktische kant, dat snap ik.

Maar wat dan? Moeten we het voorstel van Wilders volgen? Kom maar hier, we laden jullie in deze veilige boot, hier heb je een broodje voor onderweg en goede reis weer terug? Dat kan niet. Dat kan niet en dat mag niet.

Ik wil geen rol op dat politieke toneel omdat ik dan zou moeten kiezen. Maar in een functie met dergelijke verantwoordelijkheid zou ik tenminste wel kunnen kiezen.

Nu doe ik niks. Nu zit ik veilig in mijn comfortabele huis, het ontbreekt mij aan niets, er is geen gevaar, ik hoef nergens voor te vluchten. En ik wil wat doen. Ik wil helpen, maar ik weet niet hoe.

De immense omvang van het probleem maakt het onmogelijk om met een praktische oplossing te komen. Ik kan me alleen maar afvragen in wat voor wereld we leven, dat we dit laten gebeuren. Als er op straat iemand valt, dan help je die omhoog. Als er in de bus iemand slecht ter been is, dan laat je die zitten. Als je iemand ziet verdrinken, dan moet je die redden.

Als je deze documentaire van Vice ziet, dan kun je alleen maar stil zijn. Dat is een klein meisje die daar in het water drijft. Als je het ziet, dan denk je dat je voor de gek wordt gehouden. Je ogen bedriegen je, want dit beeld kan niet zijn. Het beeld van het kleine meisje in de fleurige kleertjes, haar lichaam dat levenloos rond drijft in het water…een grotere tegenstelling is niet mogelijk.

De beelden zitten al een paar dagen in mijn hoofd. Het doet me denken: had ik dit meisje kunnen redden? Had ik wat kunnen doen? Wat had ik kunnen doen?

Wat kunnen we doen?

bootvluchtelingen

beeld uit de documentaire van Vice News

 

2 reacties

  1. Annelies schreef:

    Ik word hier heel stil en verdrietig van, zulke kleertjes hebben mijn meiden ook.
    We gunnen vluchtelingen die niet terug kunnen geen bed, bad, brood. We gunnen ze niet eens het leven.

    • mamamanager schreef:

      Precies… we zijn zo gewend geraakt aan de beelden dat het ons soms bijna niet meer raakt. Maar als je dan zo’n meisje ziet, als het zo dichtbij komt… Onmenselijk… en intens verdrietig.

Geef een reactie